De Gelderse bannerheren

Ridders met hoog aanzien

De Gelderse bannerheren nemen een bijzondere plaats in de Gelderse adel in. Vanaf de jaren veertig van de vijftiende eeuw wordt er, onder andere op oorkonden, regelmatig geschreven over de bannerheren, ridderschappen en steden van Gelre. Wie de bannerheren zijn en wat hun status is, wordt hieruit niet duidelijk. Tot circa 1500 wordt er met het begrip bannerheren niet naar specifieke ridders of families verwezen.

Het ontstaan van de titel ‘bannerheer’ is een West-Europees fenomeen. Omdat de riddertitel geen sociale verschillen kan aangeven werden voorheen de verschillen alleen zichtbaar in de volgorde waarin ridders werden genoemd. De ridder met het meeste aanzien staat dan bovenaan de lijst. In de dertiende eeuw ontstaat er in Engeland een speciale titel voor zeer aanzienlijke ridders, ‘chevalier banneret’, oftewel bannerheer. De bannerheren zijn ridders die op het slagveld een zelfstandige afdeling mogen aanvoeren onder hun eigen banier. Vanaf 1300 dringt de titel Holland binnen. Graaf Willem IV verheft bijvoorbeeld twee ridders tot bannerheer. De Hollandse bannerheren moeten ten minste vijftig gewapende ridders en knapen aanvoeren.

Hiërarchie

Bannerheren staan tot in de zestiende eeuw bovenaan in de hiërarchische structuur van de Gelderse adel. Door hun afkomst, rijkdom en macht hebben zij het meeste aanzien. Onder de bannerheren volgen de onderheren en andere ridders. Families die zich bewegen in de periferie van de ridderschap en nauwelijks worden opgeroepen om deel te nemen aan landdagen bevinden zich onderaan de hiërarchie. Zij hebben moeite hun adellijke rechten te handhaven tegenover boeren en de lokale bevolking.

Gelderse bannerheren

Vanaf de zestiende eeuw gaan de heren van Bergh, Bronkhorst, Bahr en Wisch zich bannerheren noemen:

‘Bergh, de rijkste
Bronkhorst, de adellijkste
Baer, de oudste
Wisch, de stoutste’

Zij hebben daardoor meer aanzien dan gewone ridders maar hoe het onderscheid in Gelre ontstaan is, is echter onduidelijk. Het oude onderscheid tussen edelen en ministerialen, mensen van onvrije afkomst, kan hierbij een rol hebben gespeeld. Ook kan het verschil ontstaan zijn doordat de bannerheren een allodiale hoge heerlijkheid bezitten. Zij lenen de heerlijkheden dus niet van de hertog van Gelre maar het is ‘eigengoed’. Het land is het eigendom van de bannerheren.

Bronnen

  • Conrad Gietman, ‘Van Gelderse adel’ in: Jan Vredenburg (red.), Kastelen in Gelderland (Utrecht, 2013), 39-51, alhier 43
  • Ingrid D. Jacobs, Adel en ridderschap in Gelderland: Tien eeuwen geschiedenis (Zwolle/Arnhem, 2013), 21, 33.
  • Antheun Janse, Ridderschap in Holland: Portret van een adellijke elite in de late Middeleeuwen (Hilversum, 2001), 83-85.


  • Landschap

  • Personen

  • 1500-1600

  • Montferland

  • Achterhoek

  • Ridders van Gelre

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl