Na haar eerdere verhalen 'dag mam ik ga' en 'toe oma vertel nog eens', die grotendeels in haar jeugd tijdens de oorlogsjaren speelden, laat Paula ons een kijkje nemen in de eerste jaren ná de oorlog.
Met haar vriendin Ger maakte ze stiekum haar eerste afspraakje
met twee rekruten. Maar eerst moest de hulpbehoevende moeder van
Ger in slaap gevallen zijn door haar warme melk met honing te
geven. En niemand mocht hen zien bij het verlaten van het
huis.
Wat later gingen ze naar dansles in wollen jurken waar soubrassen
onder de oksels genaaid waren tegen het transpireren. Al hing de
jurk een week in de mist, de geur ging er niet meer uit.
De eerste kennismaking van haar toekomstige echtgenoot Dolf met haar familie werd gekleurd door een slapende vader die met tandeloze open mond op de divan lag te snurken en een aantal giebelende zusters. Ze verwachtte Dolf nooit meer terug te zien.
Vanwege de hoge woningnood hebben Dolf en Paula vijf jaar ingewoond bij een familie aan de Huissensestraat. Een dementerende inwonende grootouder zorgde voor de nodige verwikkelingen. Na verloop van tijd voelde het inmiddels uitgebreide gezin zich hier niet meer welkom.
Welke katholieke vrouw kan zich nog herinneren dat je na de geboorte van je kind bij de pastoor een 'kerkgang' moest maken om je te laten reinigen?
Nadat Paula pas op latere leeftijd leerde lezen en schrijven is ze niet meer te stoppen met het opschrijven van haar levensverhaal.
Ontmoet je wijk
Geitenkamp