In 1795 wacht Putten een verandering, als het oude staatsbestel van de Unie van Utrecht wordt vervangen door die van de Bataafse Republiek. De schoutambten worden opgeheven. Nicolaas van Diermen, schout van Putten, moet zijn functie opgeven.
In Putten valt de machtwisseling wel mee want de toenmalige ambtsjonker was Herman Willem van Lynden, een vurig Patriot. Hij wordt door het volk tot richter van Putten gekozen. Ook wordt in 1795 de eerste gemeenteraad gekozen. De gekozenen waren vooral Patriotten, zoals ook de bestuurders van de Arkemheense polder. In 1802 is de functie van schout hersteld.
In het nieuwe staatsbestel is Gelderland geen zelfstandig onderdeel meer zoals in de tijd van de republiek. Dit betekent dat interne Gelderse regelingen nu vervangen worden door regelingen van een centrale regering. Vanaf 1813 is dat het Koninkrijk der Nederlanden waarin Gelderland een provincie vormt. Voor zover het provinciale bevoegdheden betreft worden wetten en besluiten aan de nieuwe gemeenten bekendgesteld en opgelegd als Provinciale Besluiten.
Putten wordt dus van een schoutambt met een schout via 'commune' met een 'maire' in de Franse tijd tot gemeente met daarna weer een schout die het gezag vertegenwoordigt. Om het gemeentelijk bestuur in eerste instantie aan te passen aan de nieuwe situatie wordt in Gelderland in 1825 het 'Reglement op het bestuur ten plattelande in de Provincie Gelderland' van kracht. Hierbij wordt de schout 'burgemeester'. De wethouders van later heten dan nog 'assessoren'. In de decennia daarna is het gemeentelijk bestel verder vormgegeven en vastgelegd in de zogenaamde Gemeentewet van 1851. Hierin worden de samenstelling, inrichting en bevoegdheden van de gemeentebesturen nader geregeld.
Dit verhaal is onderdeel van de canon van Putten. Het volgende venster is hier te vinden.