Puttenaar Coop Schrassert overleed in 1647, waarbij hij een fonds naliet. Met dit geld werd een armenhuisje onderhouden aan de tegenwoordige Kerkstraat.
De familie Schrassert was sinds 1500 in onze omgeving een niet adellijke maar zeer welgestelde familie, met veel bezit aan hoeven en landerijen, in onze omgeving o.a. in de Arkemheense polder. Veel leden van deze familie hebben belangrijke functies bekleed, o.a. als dijkgraven, richters, burgemeesters en bij het Hof van Gelderland te Arnhem.
Coop Schrassert was een zoon van Philips Schrassert Ottenszoon, uit diens tweede huwelijk met Catharina van Arler uit de Puttense schoutenfamilie. Coop was secretaris van de stad Harderwijk en werd in 1599 benoemd tot secretaris van de Gelderse Rekenkamer te Arnhem. Later vervulde hij ook een functie als dijkgraaf van de polder Arkemheen. Hij was ongehuwd.
Op 24 maart 1647 liet hij zijn testament opmaken. Een van de bepalingen daarin was de bestemming en het gebruik van zijn reeds als armenhuisje in gebruik zijnde pand aan de Huynerstraat te Putten (de tegenwoordige Kerkstraat). Dit werd door hem aangewezen om erfelijk en ten eeuwige dage gebruikt te worden als armenhuisje en niet anders, tenzij er niemand in het ambt van Putten zou zijn die er voor begeerde in aanmerking te komen. Het gedeelte aan de noordzijde werd bestemd voor twee bedaagde echtelieden, dat aan de zuidzijde voor een eerlijke bejaarde weduwe. Alle bewoners dienden belijdenis te hebben gedaan van de zuivere Gereformeerde Christelijke Religie.
Ook wordt in het testament een obligatie genoemd met een jaarlijkse rente van 600 guldens, welk bedrag moest worden gebruikt om vijf maal per jaar brood, boter of spek uit te delen aan twaalf armen in het ambt van Putten.
Op 5 september 1647, dus kort na het opstellen van dit testament, is Coop Schrassert te Putten overleden. Hij werd in de Oude Kerk begraven, waar zijn grafsteen nog steeds in de vloer te vinden is. Het beheer van zijn fonds had hij in het testament opgedragen aan zijn neef Frederik van Zuylen van Nyevelt, getrouwd met Bya van Arler, een dochter van Coops zuster Elisabeth Schrassert, gehuwd met Aelt van Arler.
Hun erfgenamen bleven het beheer van het fonds verzorgen tot 1760, toen de Puttense armen door de Diaconie inmiddels uit eigen middelen werden verzorgd. Gedeputeerde Staten van Gelderland besloten in 1768 dat deze situatie ongewenst was en bepaalden dat er een afzonderlijke beheerder moest worden aangewezen. Dit werd de toenmalige Puttense predikant dominee Colpaar.
Intussen was de bouwkundige staat van het oude Schrasserthuisje zodanig dat vernieuwing noodzakelijk was. In 1767 is dit gedaan. Het huisje heeft tot 1954 in de Kerkstraat gestaan. Het is toen onbewoonbaar verklaard en afgebroken. Het Coop Schrassertfonds bouwde met de opbrengst van de verkoop van het oude huisje, aangevuld met een subsidie van het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting, een nieuw dubbel pand aan de Voorthuizerstraat.
Het fonds is nog steeds de eigenaar, maar wel is in 1911 het beheer van dit fonds overgenomen door de diaconie van de Hervormde Gemeente te Putten. Het pand staat nog steeds bekend onder de naam Coop Schrasserthuis.
Dit verhaal is onderdeel van de canon van Putten. Het volgende venster is hier te vinden.