In de tiende eeuw was de Duitse koning of keizer (die titel varieerde) heerser over Nijmegen geworden. Graven en andere edelen kwamen tegen hem in opstand.
Ze staken in 1047 zijn palts op het Valkhof in brand. Daarna lieten de Duitse keizers zich lange tijd niet meer zien in Nijmegen. Tot de komst van keizer Frederik Barbarossa (1152-1190). Hij liet de verwaarloosde palts in grootse stijl herbouwen.
Het opvallendste gebouw van de burcht was de reuzentoren, die boven alle andere paltsgebouwen uitstak. Ter gelegenheid van de herbouw van de palts plaatste Barbarossa in 1155 een gedenksteen met inscriptie.
De burcht van Barbarossa heeft tot 1797-1798 op het Valkhof gestaan, daarna werd hij gesloopt. Van alle paltsgebouwen zijn alleen de Sint-Nicolaaskapel en de Barbarossaruïne overgebleven. Gelukkig is wel een aantal afbeeldingen van de Barbarossaburcht bewaard gebleven. Ook kennen we door opgravingen de plattegrond van de gebouwen.