In de vroege Middeleeuwen verspreiden evangeliepredikers het christendom in Nederland. Niet zonder problemen, zoals in 754, als Bonifatius in Dokkum wordt vermoord. Op de Veluwe predikt de rondreizende Ludger (742-809). Zo wordt het latere Nijkerk een plaats met een katholiek geloof.
Op verschillende plekken ver van Nijkerk ontstaan kloosters. Welgestelde families laten een zoon of dochter intreden, waardoor een deel van de erfenis (geld, grond en/of boerderijen) in het bezit van deze kloosters komt. Deze worden zo in de loop van de tijd machtige grootgrondbezitters. De kloosters die in Nijkerk bezittingen hebben, bevinden zich in de Duitse plaatsen Elten, Werden en Paderborn.
Tot ongeveer 1800 zijn veel middelgrote en grote boerderijen in Nijkerk verbonden aan één van de genoemde kloosters. Tijdens de Franse overheersing (1795-1813) vervallen alle goederen van kloosters aan de Staat der Nederlanden. De grond en boerderijen worden verkocht aan mensen met veel kapitaal.
Leestips:
Museum Nijkerk, CC-BY-NC