Aan het einde van de twintigste eeuw worden veel kleinere gemeenten samengevoegd tot een groter geheel. Voor kleine gemeenten zijn de kosten van een zelfstandig bestaan vaak te hoog. Door samen te gaan en de beschikbare middelen te bundelen, kunnen alle taken van een gemeente toch uitgevoerd worden.
Nijkerk en Hoevelaken besluiten op vrijwillige basis te fuseren, om een vuist te maken tegen de oprukkende stad Amersfoort. Hiervoor is behalve een correctie van de grens tussen gemeenten, ook een correctie van de provinciegrens nodig. Opnieuw is de grens tussen Gelderland en Utrecht een punt van discussie. De gevechten van de Middeleeuwen blijven gelukkig achterwege.
Hoevelaken ontstaat in 1132, als de heren Remvard, Otward, Hemelric en Heribert een contract sluiten over de ontginning van onbebouwd land met Hendrik (zoon van Eno, de schout van Amersfoort), aan wie de bisschop van Utrecht het gebruiksrecht over de grond heeft verleend. Dit veen- en moerasgebied wordt ontgonnen en groeit uit tot het agrarische dorp Hoevelaken. Eeuwenlang is Hoevelaken eigendom van de verschillende ‘Heren van Hoevelaken’.
In opdracht van Napoleon wordt de Dorpsweg in 1809 verhard. Deze ‘rijksweg’ verbindt Apeldoorn, Amersfoort en Amsterdam. Na 1950 maakt Hoevelaken een explosieve groei door.
Het samengaan van Hoevelaken en Nijkerk kan rekenen op veel steun vanuit de bevolking. Op 1 januari 2000 is de nieuwe gemeente Nijkerk een feit. De gemeente telt dan 36.000 inwoners (30.000 van Nijkerk plus 6.000 van Hoevelaken).
Leestips:
Museum Nijkerk, CC-BY-NC