Paleis Het Loo, een machtig jachtpaleis

Frans geïnspireerd

Op de zandgronden van de Veluwe vond Stadhouder Willem III (1650-1702) een uitstekende plaats voor zijn jachtpaleis Het Loo. De omgeving bestond uit uitgestrekte heidevelden en bossen, genoeg ruimte voor veel wild en dus ideaal om te jagen. Kosten nog moeite werden gespaard om het buitenverblijf te bouwen en inrichten. Ook de tuin werd in stijl aangelegd en vormde een verlengstuk van het paleis. Hier kon het vorstenpaar zich terugtrekken en ontspannen als het dagelijks leven in Den Haag te druk werd. Toch had het paleis nog een andere functie: imponeren en respect afdwingen.

De eerste steen

In Hoog Soeren, op de Veluwe, had Stadhouder Willem III (1650-1702) al een bescheiden buitenverblijf voor de jacht, maar zijn macht groeide en dus wilde hij meer. Hij kocht in 1684 voor zijn nieuwbouw plannen een groot terrein bij Apeldoorn met daarop een kasteel, nu het Oude Loo. Het kostte hem destijds 90.000 Carolus guldens. Maar liefst 6000 soldaten, van de omliggende garnizoenen, werden ingezet om het terrein bouwrijp te maken.

Vervolgens werd bouwmeester Jacob Roman (1640-1716) belast met de bouw van het jachtpaleis. De Fransman Daniël Marot (1661-1752) ontwierp de decoratie voor het paleis volgens de Franse mode. Op 17 mei 1685 legde Prinses Mary de eerste steen. Tien jaar later was het paleis niet alleen voltooid maar ook alweer verbouwd. In 1691 was het te klein en werd zowel het paleis als de tuin aanzienlijk uitgebreid.

Mary Stuart (1662-1695) de echtgenote van Willem III heeft haar zo geliefde Loo nooit voltooid gezien. In 1695 stierf zij onverwacht in haar vaderland, Engeland, waar zij sinds 1688 weer verbleef.

Een grootmacht als voorbeeld of toch niet?

Versailles was in de 17e eeuw niet alleen politiek en cultureel middelpunt van Frankrijk, maar indirect ook van Europa. Het moet Lodewijk de XIV (1638-1715) dan ook niet verbaasd hebben dat zijn paleis als voorbeeld gold voor andere Europese vorsten. Ook stadhouder Willem III was waarschijnlijk onder de indruk van dit grootse Franse vorstenverblijf dat in 1682 in gebruik werd genomen.

In 1685 benaderde Willem III de Académie de L'architecture in Parijs met zijn bouwplannen voor zijn jachtpaleis Het Loo. Blijkbaar wilde hij een paleis volgens de Franse mode. Op 5 april 1685 kon ambassadeur Van Wassenaar de tekeningen in Parijs in ontvangst nemen. Zes weken later legde men de eerste steen. Of de Franse bouwplannen ook helemaal ten uitvoer zijn gebracht is niet duidelijk. De tekeningen gingen verloren en dus valt er niets meer te controleren. Wel is duidelijk dat Het Loo er in eerste oogopslag niet erg Frans uitziet. Franse architecten zouden het waarschijnlijk nooit zo ontworpen hebben.

Sober van buiten, rijk van binnen

Als Versailles vergelijkt met Het Loo dan wordt meteen duidelijk dat Willem III zijn jachtpaleis geen Frans uiterlijk gaf. Paleis Het Loo is nagenoeg niet gedecoreerd (versierd). In tegenstelling tot het Franse paleis waar veel pilaren, bogen en beelden de gevel versieren. Enkel de driehoekige gevelsteen in het midden en de twee opzij op de daklijst zijn verfraaid. Een centraal thema is de jacht, het is tenslotte ook als jachthuis gebouwd. Niet alleen is de godin van de jacht, Diana, afgebeeld, maar er zijn ook diverse taferelen van de jacht op zwijnen, herten, en meer te zien. De muren zijn van sober baksteen, typisch Hollands.

Toch zijn er ook overeenkomsten met Versailles te vinden, vooral als je de plattegrond goed bekijkt. Typisch voor die tijd is de symmetrie. Symmetrie wil zeggen dat het bestaat uit twee gelijke delen. Als je de plattegrond precies door het midden vouwt, heb je twee gelijke helften. Zowel de paleizen als de tuinen zijn symmetrisch opgebouwd. De tuinen zijn een verlengstuk van de architectuur, ze lopen in elkaar over. Versailles is wel enkele malen groter dan Paleis Het Loo. Allebei de paleizen zijn bedoeld om te imponeren. Het ene doet dat door zijn grootte en overdaad aan decoratie, het ander door een deftige maar sobere buitenkant.

Het interieur van Het Loo is wel geheel volgens de Franse mode aangekleed. De Fransman Daniël Marot bracht deze mode mee en leefde zich in Apeldoorn uit. Veel ruimtes werden voorzien van plafonddecoratie en wandschilderingen. De patronen voor de gordijnstof werden ook door Marot ontworpen. Dezelfde patronen zijn terug te vinden in de stoelbekleding, de wandtapijten en zelfs de bloemperken buiten. Alles vertoont een eenheid. De tuin als verlengstuk van het interieur, een opvatting die kenmerkend is voor de 17e eeuw. Mede dankzij de uitgebreide documentatie van Marot (tekeningen, prenten en aantekeningen) is de nauwkeurige reconstructie, die van 1977 tot 1984 plaatsvond, mogelijk geweest.

Een andere jas

Stadhouder Willem III heeft niet lang van zijn voltooide jachtpaleis kunnen genieten want in al 1702 stierf hij aan de complicaties van een val van zijn paard. Vele Oranjes bewoonden Het Loo en in de loop van de eeuwen is er regelmatig gebouwd en verbouwd aan zowel het paleis als de tuinen. De meest drastische verandering onderging het paleis ten tijde van de bewoning door de Franse bezetter Lodewijk Napoleon (1778-1846) rond 1806. De formele tuin werd omgetoverd tot een Engelse landschapstuin. Het paleis zelf kreeg een andere jas. De bakstenen gevel werd wit gepleisterd en van schijnvoegen voorzien. Ook de schuiframen werden vervangen. Het paleis was onherkenbaar geworden.

Dankzij een grote schat aan bronnen is het mogelijk geweest het paleis weer zo veel mogelijk in de originele staat te brengen zoals Stadhouder Willem III het ooit gebouwd had. Ooit was zijn Paleis Het Loo een machtig jachtpaleis, sinds 1984 is Paleis Het Loo een museum. Je kunt er zien hoe de Oranjes door de eeuwen heen hebben geleefd.


Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl