Valkenjacht op het Loo

Eeuwenoud tijdverdrijf door Oranjes naar Gelderland gebracht

De valkenjacht is een eeuwenoud tijdverdrijf dat al in 400 na Chr. bestond. Waarschijnlijk is de valkenjacht via de Hunnen en de Mongolen naar het westen gebracht. Uiteindelijk werd het houden van en jagen met roofvogels een edel vermaak en een teken van status en privileges voor de drager. Het is bekend dat de adel zelfs de vogels op de arm meenamen naar de kerk. Alleen Maria van Bourgondië, Jacoba van Beieren en de stadhouders Willem III, Willem IV en Willem V konden zich in Nederland deze dure hobby veroorloven.

De Royal Loo Hawking Club

Het Loo bleek een aantrekkelijk gebied voor de valkerij. Nederlandse valkeniers gebruikten dit gebied met goedkeuring van Willem I aanvankelijk voor hun jacht met Britse welgestelde mannen en edelen. De prinsen Willem en Alexander begonnen deel te nemen aan de jachtpartijen en koning Willem II verleende zijn bescherming aan een nieuw op te richten club. Deze werd de Royal Loo Hawking Club, genoemd en werd in 1839 opgericht. Prins Alexander werd verkozen tot voorzitter, het erelidmaatschap was bestemd voor de Engelse kroonprinsen. Alle drie de vorsten van Oranje zijn beschermheer geweest. Door deze vorstelijke belangstelling groeide de club met binnen- en buitenlandse leden. De leden van de club hadden als enige het recht om op de terreinen van de heerlijkheid Het Loo met valken te jagen. De Royal Loo Hawking Club heeft bestaan van 1839 tot 1855.

Jagen op reigers

Roofvogels beschikken over verschillende jachttechnieken. Dit verschil heeft gevolgen voor de manier van jagen. De valk laat zich van grote hoogte vallen op de prooi. Deze manier van jagen wordt wel de hoge vlucht genoemd. De havik en de sperwer jagen in horizontale lijn. Dit wordt de lage vlucht genoemd. Op het Loo jaagde men met name met de hoge vlucht op reigers. Zodra de reigers voorbij vlogen, werden de valken onthuifd en losgelaten. Hierna volgde een felle strijd tussen de reiger en valk. Als de reiger met de valk naar beneden stortte, dan was het een wedstrijd tussen de jagers om als eerste ter plaatse te zijn waar de vogels op de grond neerkwamen. De eerst aangekomen jager kreeg als trofee de lange nekveren van de reiger, de aigrette. Vaak leefde de reiger na deze strijd nog en werden zij geringd en weer losgelaten.

Immaterieel erfgoed

Tegenwoordig mag er in Nederland alleen gejaagd worden met gefokte slechtvalken en haviken en zijn er een paar honderd valkeniers actief. De Valkerij wordt momenteel ingezet voor het houden van vliegdemonstraties en schadebestrijding. Dit laatste bij onder andere vliegvelden. Daarnaast worden wezen of gewonde roofvogels weer gereed gemaakt voor een leven in de vrije natuur. Sinds 2013 behoort de Valkerij tot ons immaterieel erfgoed. Op 9 november 2017 heeft Nederland met een groot aantal andere landen de Valkerij voorgedragen voor de Representatie Lijst Erfgoed van de Mensheid (UNESCO).

Bronnen

  • Volkscultuur en immaterieel erfgoed, Valkerij Elise Meier, Uitg B for Books december 2012, ISBN 9789079399376 blz. 18, 56-60
  • Beter een vogel in de hand, cultuurhistorie vogelvangst, Sjeng Lumey, Dick Jonkers Uitg KNNV augustus 2008, ISBN 9789050112635
  • www.valkeniers.org (met onder andere informatie als je zelf valkenier zou willen worden)

 


Rechten

Olga Spekman

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl