Het Broederenklooster

School en schuilplaats

Rozengracht en Overwelving ca. 1910

Foto 1/6

Het Broederenklooster vóór 1896 'rijp voor de sloop'

Foto 2/6

Tekening van de verbouwplannen voor de Koloniale Reserve, 1896. Rechts naast de entree de toegangsluiken tot de kelder

Foto 3/6

Het Broederenklooster in gebruik door de Rijkslandbouwwinterschool met rechts de conciërgewoning, rond 1920

Foto 4/6

De schuilkelder

Foto 5/6

De verwoestingen na het bombardement

Foto 6/6

In 1888 vond stadsarchitect Etteger het voormalige Broederenklooster, waarin sinds 1591 de Latijnsche School was gevestigd, "rijp voor de sloop". Het werd echter opgeknapt en heringericht voor de Koloniale Reserve, die het pand van 1896 tot 1907 gebruikte. Daarna kwam de Rijkslandbouwwinterschool, een instelling waar boerenzonen in de winter hun theoretische kennis konden bijspijkeren.

Het pand met de trapgevel dat u op de foto rechts naast het klooster ziet, was de conciërgewoning van de school. Daar woonde het echtpaar Leuverman. Op de foto staan zij op straat met hun laatste bezittingen, kort na het bombardement van 14 oktober 1944.

Voor de oorlog gebruikte de firma Van Goor uit de Van Tilstraat de kelder van het klooster als leeropslag. De voorraad werd via de toegangsluiken rechts naast de ingang aangevoerd. Vanwege de oorlogsdreiging werd deze ruimte eind jaren dertig ingericht als een van de grote schuilkelders voor de lokale bevolking. Tijdens het bombardement vluchtten hier vele burgers naartoe. Enkelen kwamen te laat en sneuvelden bij de ingang, toen een van de bommen vlak voor het gebouw insloeg. De bomkrater is als een donkere vlek te zien op de foto met het echtpaar Leuverman.