De gemeente Harderwijk bestaat uit Harderwijk en Hierden. Het dorp Hierden ligt aan de Hierdense Beek die van het Uddelermeer naar het Veluwemeer stroomt. Deze beek ontstond in de laatste ijstijd, dus meer dan twaalfduizend jaar geleden. Over de oudste geschiedenis van Hierden is vrijwel niets bekend. Wat we wel weten is dat er in de zevende eeuw in dit gebied al boeren woonden. Vanaf de tiende eeuw begon de bevolking te groeien. De naam Heyrde komt voor het eerst voor in een document uit 1331, opgesteld in naam van graaf Reinald II van Gelre. Hierin wordt nadrukkelijk over een dorp gesproken. Het document gaat over het verpachten van twaalf boerderijen door de graaf van Gelre.
Het dorp Hierden viel onder het bestuur van de stad Harderwijk. Vroeger werd onderscheid gemaakt tussen stad en schependom. Wij zouden zeggen tussen stad en platteland. Met schependom werd een gebied bedoeld, bestuurd door de schepenen van de stad, de leden van de magistraat, het stadsbestuur. Hierden viel onder het schependom.
Vanaf de zeventiende eeuw zijn er meer gegevens over het aantal inwoners bekend. Omstreeks 1650 had het schependom (dus Hierden) ongeveer 370 inwoners. In 1749 440; in 1795 650 en in 1809 701. Opvallend genoeg groeide de bevolking van Harderwijk in die periode slechts van 3000 naar 3054 inwoners. Bij de volkstelling van 1828 bleek Hierden 87 woningen te tellen. Elke woning had een eigen nummer. Nummer 87 was de hoeve (boerderij) Beekhuizen.
Tussen 1862 en 1868 emigreerden zo'n 170 Hierdenaren naar Michigan in Noord-Amerika. Dat had niet alleen met armoede te maken, maar ook met godsdienstige twisten in Nederland. Na een scheuring in de Nederlandse Hervormde Kerk vertrokken nogal wat Nederlanders naar de andere kant van de Atlantische Oceaan omdat ze daar meer vrijheid hadden, met name op het gebied van de godsdienst.
De kerk nam en neemt een belangrijke plaats in Hierden in. Omstreeks 1350 was er waarschijnlijk al een kapel, de Sint-Severinuskapel. Vermoedelijk is dit godshuis tijdens de beeldenstorm in september 1566 verwoest.
In 1658 kreeg Hierden toestemming om een schoolkerkje te beginnen. De godsdienstonderwijzer was ook schoolmeester en gaf les in lezen, schrijven en rekenen. Omdat de school klein was en de meester niet van zijn schoolinkomsten kon leven, was hij ook voorzanger, voorlezer en koster van de kerk. Een duizendpoot zouden we tegenwoordig zeggen. In 1659 werd de eerste godsdienstonderwijzer aangesteld. Hij heette Anthoni Caroli.
In 1714 gaf de magistraat van Harderwijk aan godsdienstonderwijzer Henricus van Kalckenstein toestemming huwelijken te bevestigen en in een register op te nemen. Twintig jaar later, in 1734, kreeg Hierden zijn eerste echte schoolmeester. In 1741 werd voor het eerst een eigen predikant in Hierden bevestigd, dat was Johannes van Bommel. Die functie werd bekleed door de vroegere godsdienstonderwijzer, ook wel catechiseermeester genoemd. Hij maakte dus promotie. Catechiseren is een ander woord voor godsdienstonderwijs.
In 1831 werd een nieuwe school gebouwd. De bouw van de school kostte 1.110 gulden. De huidige kerk stamt uit 1851. In 1937 werd de kerk uitgebreid met zijvleugels, waardoor een kruiskerk ontstond. Ook werd een houten plafond in de kerk aangebracht.
Om een echt Veluws dorp te kunnen blijven, mag Hierden niet veel uitbreiden. De bevolking is er goed in geslaagd het eigen karakter van het dorp in stand te houden.
Dit verhaal is onderdeel van de canon van Harderwijk. Het volgende venster is hier te vinden.
Harderwijk
1000-1500
Harderwijk
Veluwe