De Arbeidswet van 1919 bepaalt dat arbeiders in fabrieken maximaal 45 uur per week mogen werken, en maar acht uur per dag. Een hele overgang voor de Culemborgse sigarenmakers, bijna veertig procent van de arbeiders in de Lekstad. De sigarenmakers werken dicht op elkaar in stoffige werkplaatsen. Werkdagen van elf of twaalf uur zijn normaal. Ze krijgen betaald per sigaar. Regelmatig gaan ze er even tussenuit.
Een oude gewoonte is 'maandag houden': vrij nemen om bij te komen van de zondag. De dag waarop menig sigarenmaker 'aan de sjouw' gaat. Naar het café, waar stevig wordt gedronken tijdens het kaarten, biljarten of het vertellen van sterke verhalen. Ook heel gangbaar is het rondtrekken van baas naar baas, op zoek naar beter betaald werk.
De nieuwe wet beëindigt deze onregelmatige werkgewoonten. De fabrikanten treden hard op tegen verzuim. En ook de vakbond vindt: maandag houden riekt naar drankmisbruik, en dat is in strijd met de goede zeden.
Dit verhaal is onderdeel van de canon van Culemborg. Het volgende venster is hier te vinden.