Onderduiken in Culemborg - Zandstraat 23

Getuigen van de Oorlog

In het boek 'Schuilen - onderduik in Culemborg '40-'45' staan talloze verhalen over de manier waarop Culemborgers onderdak boden aan vervolgde medeburgers. Joden, piloten, studenten, verzetsmensen en jongemannen die voor dwangarbeid naar Duitsland moesten, allen zochten een veilig heenkomen.

Zandstraat 23 - een goede verstopplek

De verstopplek op dit adres heeft onderduikers letterlijk het leven gered. Naast de schoorsteen is een extra wand gebouwd, waarachter een geheime ruimte ontstond. Links bevindt zich een valse wand die opengeduwd kan worden, zodat men zich achter de schoorsteen kan verbergen. De plek bevindt zich in de oorlog boven smederij Heij aan de Zandstraat 23. Marius Heij en zijn vrouw Sien van Arnhem verlenen aan veel onderduikers onderdak.

Onderduikers tijdens de oorlog

Buurjongen Eli, de zoon van slager Van Spier, zit hier ruim twee jaar ondergedoken, omdat hij Joods is. Eerst zit ook zijn zus Sientje bij hem, maar die verblijft later bij juffrouw Kap aan de Kleine Kerkstraat, waar ook hun ouders zitten. Slagersvrouw Sien is goed bevriend met juffrouw Kap. Er wordt heen en weer informatie uitgewisseld. Na het vertrek van Sientje van Spier duikt de Joodse onderwijzeres juffrouw Wijnbergen bij Heij onder.

Verder vermeldt een bron dat de Joodse echtparen Wijntje en Scholte er een paar maanden zitten. De Wijntjes hebben hun bontzaak aan Gedempte Oude Gracht in Haarlem moeten achterlaten. De toen bekende zanger Bob Scholte verblijft samen met zijn vrouw Martha ook een poos bij Heij. Zij zou boven voor het raam haar haren hebben gebleekt. Buren zien dat, waardoor het stel onmiddellijk moet vertrekken.

Vogels in de dakgoot?

De kinderen van de smid, Hansje en Cees, weten niet dat er onderduikers op zolder zitten. Ook al lopen die op sokken, de kinderen horen wel eens gestommel en vragen wat dat is. Sien zegt dan: 'O, dat zijn vogels in de dakgoot'.

De overvalwagen kwam voor een ander

Op 31 juli 1944 is er een inval. Ze zijn gewaarschuwd.  De onderduikers verbergen zich in de schuilplaats bij de schoorsteen op zolder. Een angstig moment. Maar de Duitsers zijn niet op zoek naar onderduikers. Ze komen voor de vader van Marius, Cees Heij. Hij woont naast de smederij boven de winkel. Samen met zijn neef Henk Vermeulen zit hij bij de Ondergrondse en regelt onder meer voedselbonnen voor onderduikers. Als ze Cees hebben ingerekend en geen verborgen wapens kunnen vinden, zoekt het arrestatieteam niet verder. De onderduikers halen opgelucht adem. Voor Cees en Henk en hun families breekt een nachtmerrie aan. 

De Arnhemse Koepelgevangenis

Henk Vermeulen, die in Culemborg vanaf 1943 de hulp aan onderduikers via de LO (Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers) coördineert, komt samen met Cees Heij in de Arnhemse koepelgevangenis terecht. Henk wordt daar verhoord en vreselijk gemarteld in het bijzijn van Cees. Bedoeling is dat een van beiden gaat praten. Ze laten niets los. Na de verhoren wacht Henk deportatie naar kamp Oraniënburg. Daar overlijdt hij. Cees komt vrij – geknakt om nooit meer de oude te worden.

Dit verhaal is (in aangepaste vorm) afkomstig uit het boek Schuilen - onderduik in Culemborg ’40-’45 (verkrijgbaar via het Elisabeth Weeshuis Museum en het Genootschap A.W.K Voet van Oudheusden). Het boek is gemaakt naar aanleiding van de tentoonstelling die in het Elisabeth Weeshuis Museum te zien was. Het is ingestuurd door Roland van den Bergh voor 'WO2-verhaal Gezocht'. Lees de overige ingestuurde en geplaatste verhalen in de special Getuigen van de Oorlog.


Rechten

Elisabeth Weeshuis Museum, Genootschap A.W.K. Voet van Oudheusden, Roland van den Bergh

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl