André Molenaar (14 jaar) vindt in 1971 op Goilberdingen een vuurstenen bijl. Dit is de oudste soort bijl, vrij ruw, maar met een scherp, afgeslagen snijvlak. Dit voorwerp uit de Midden-Steentijd (circa 5000 voor Christus) is het oudste ooit in Culemborg gevonden.
Aan de bijl hoort een houten steel, vastgezet met hars of pek. Waarschijnlijk is hij van jagers-verzamelaars geweest. Zij gebruikten de stenen bijl om bomen mee te kappen en hout mee te bewerken. Ook weten we dat er in de Bronstijd en de IJzertijd boeren wonen op Lanxmeer en in Parijsch. De kleine dorpjes staan op stroomruggen: hoger gelegen gebieden die bij overstromingen droog blijven. Rondom het huis loopt meestal een greppel om het water op te vangen, zodat het erf droog blijft. Want daar staan 'spiekers', bijgebouwtjes om voedsel en graan op te slaan. De mensen wonen samen met de dieren in boerderijen met een rieten dak en muren van leem.
Dit verhaal is onderdeel van de canon van Culemborg. Het volgende venster is hier te vinden.