De grachten en restanten van de stadsmuur in de binnenstad van Culemborg zijn uit de veertiende eeuw. Net als de monumentale Binnenpoort, de laatste stadspoort. Nog altijd zijn de sleuven zichtbaar, waardoor het valhek kon worden neergelaten.
De oorspronkelijk 'Lanxmeerse poort' uit 1318 hoort bij de ommuring van het oudste stadsdeel rondom het grote marktplein. De muren bieden bescherming tegen rondtrekkende bendes en het geweld van talrijke oorlogjes die worden uitgevochten in dit grensgebied tussen Utrecht, Holland, Gelre en Brabant.
Alleen via de zeven stadspoorten kan men de stad in of uit. Om 21.50 uur luidt (nog altijd) het 'papklokje'. Een waarschuwing voor het sluiten van de poorten om 22.00 uur. Na een laatste bord pap is het tijd om naar bed te gaan.
Niet veel later wordt ook de aangrenzende nederzetting Lanxmeer ommuurd en vormt een nieuw stadsdeel van het snel groeiende Culemborg. De Lanxmeerse poort, die de oude stad met de 'Nieuwstad' verbindt, is sindsdien een 'binnenpoort'.
Dit verhaal is onderdeel van de canon van Culemborg. Het volgende venster is hier te vinden.