De architectuur en stedenbouw uit de wederopbouwjaren (1940-1965) is te beschouwen als een belangrijke en spannende ontwikkeling in de Nederlandse architectuurgeschiedenis en bepaalt tot op de dag van vandaag in aanzienlijke mate het beeld van de Rhedense dorpen.
Het was een periode van vernieuwing op het gebied van architectuur door de ontwikkeling en toepassing van tal van nieuwe materialen en werkwijzen. Ook het stedebouwkundig ontwerp kenmerkte zich door nieuwe verkavelingspatronen, nieuwe wijkopbouw en een steeds belangrijkere rol van het verkeer als ordeningsprincipe.
Na de bevrijding kon ook de gemeente Rheden de trieste balans opmaken van vijf oorlogsjaren. Ondanks haar strategische ligging, had de gemeente relatief weinig te lijden van de oorlogshandelingen, alhoewel met name in Velp veel huizen en gebouwen licht tot zwaar zijn beschadigd. In Rheden hebben de jaren vijftig en zestig dan ook minder in het teken van het herstel van oorlogsschade gestaan maar meer in het kader van de leniging van de woningnood 'volksvijand nr.1'. Was er in 1945 in Nederland een tekort aan 200.000 woningen in 1950 was dit aantal al opgelopen tot 300.000 woningen. In totaal zouden tot 1965 in Nederland ca. een miljoen woningen worden gerealiseerd.
Het huidige beeld van de dorpen Velp, Rheden en Dieren is grotendeels te danken aan de voortvarende aanpak van de woningnood door het gemeentebestuur en de woningbouwverenigingen die resulteerde in een meer dan verdubbeling van de omvang van deze dorpen. In Velp lag het zwaartepunt van de nieuw te bouwen woonwijken ten zuiden van de spoorlijn in aansluiting op de al voor de oorlog gebouwde tuindorpen. Diverse wijken zijn voorzien van een vernieuwende stedebouwkundige opzet. In de omgeving van de Willem van Kleefstraat vinden we zogenaamde strokenbouw met rijwoningen in parallelle stroken. De ten zuiden van de Waterstraat gelegen wijk Straatweiden is een goed voorbeeld van een zogenaamde stempelwijk waarbij een bepaalde stedebouwkundige opzet steeds wordt herhaald. Opmerkelijk was de fraaie villawijk die verrees op Beekhuizen, onderdeel van het landgoed Biljoen en Beekhuizen. Deze werd vooral bebouwd met het voor die tijd nieuwe bouwtype van de bungalow die al eerder in Amerika populair werd. Kenmerkend voor dit vrijstaande woonhuis is dat alle vertrekken op de begane grond zijn gelegen. De meest bijzondere bungalow in deze wijk is de atelierwoning van de familie Slegers, ontworpen door Gerrit Rietveld, een van de top-100 rijksmonumenten uit de Wederopbouwperiode.
De Atlantaflat aan het Stationsplein in Velp is tot op heden het belangrijkste voorbeeld van het fenomeen hoogbouw in de gemeente Rheden. De flat werd ontworpen door de architect H.J. van Breda die ook een belangrijke bijdrage leverde aan het aangrenzende Presikhaaf.
In Rheden vonden de uitbreidingen aan de westzijde van het oude dorp plaats. Hier vinden we aan de Oranjeweg 181 het laatst bewaard gebleven voorbeeld in de gemeente Rheden van een in systeembouw uitgevoerd woonhuis. Deze bouwwijze was bedoeld om snel veel woningen te kunnen bouwen. Ook Dieren groeide fors. In het heidegebied ten noorden van de Gazellefabriek verrees vanaf 1949 de ene na de andere wijk. De meest markante wijk is de begin jaren zestig naar plannen van de bekende stedebouwkundige D. Zuiderhoek gebouwde Vogelwijk. De wijk bestaat o.a. uit eengezinswoningen, portiek-étageflats in middelhoogbouw, deels met winkels. Kenmerkend is de ruime opzet met veel licht, lucht en ruimte. De fraaie groenzones zorgen voor een aangename parkachtige sfeer. Zuiderhoek was eveneens betrokken bij de enige jaren later gerealiseerde wijk Zilverakker aan de westzijde van de Harderwijkerweg.
In Dieren vinden we ook het voor die jaren modernste winkelcentrum in de gemeente Rheden, genaamd Calluna, met boven de winkels maisonnettes. Het complex bestaat uit strokenbouw aan een plein o.a. gekenmerkt door doorgaande luifels, vitrines, bloembakken en kiosken.
Roger Crols