Putten werd op zondagmorgen 1 oktober 1944 in alle vroegte door ruim 1000 soldaten van de Hermann Göringregiment omsingeld. Iedereen werd gesommeerd zich te begeven naar de Oude Kerk en de Openbare Lagere School op de markt.
In de overvolle Oude Kerk zaten de mannen, vrouwen en kinderen in angstige afwachting van de komende gebeurtenissen. Bijna niemand wist waarom ze daar zaten onder de voortdurende bedreiging van de Duitse mitrailleurs, die op de galerijen stonden opgesteld. Op zondag werden al acht personen, waaronder een jonge vrouw, 'op de vlucht' doodgeschoten.
De Duitse officier Fullriede las het vonnis voor van generaal Christiansen:
Dominee C.B. Holland, toen de enige predikant van de Nederlandse Hervormde Kerk in Putten, probeerde nog te bemiddelen. Dit bleek tevergeefse moeite te zijn. Aan het einde van de zondag werden de vrouwen en kinderen naar huis gestuurd met de opdracht de volgende dag met voedsel en kleding voor de mannen terug te keren.
Na een lange en bange nacht werden de mannen afgemarcheerd naar het station. Dominee Holland vroeg toen toestemming aan de Duitsers om nog met de mannen te mogen bidden. Bovendien verzocht hij de mannen psalm 84 : 3 en 4 te zingen. Eerst weifelend en onzeker, later krachtiger, zongen de 659 mannen deze psalm.
Vervolgens werden de mannen afgevoerd naar het Doorgangskamp Amersfoort. In dit kamp werden 58 mannen vrijgelaten. Na ruim een week doorgebracht te hebben in Amersfoort, werden de mannen uit Putten en andere plaatsen, zoals Nijkerk, Ermelo, Harderwijk, Arnhem en Oosterbeek gedeporteerd naar het concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg. Onderweg slaagden nog dertien mannen erin uit de trein te springen.
In concentratiekamp Neuengamme verloren de mannen hun namen, door de Puttenaren veelal verkregen bij hun doop in de Oude Kerk. Ze werden gedegradeerd tot nummers. De weggevoerden van de Puttense razzia hadden vervolgens alle omstandigheden tegen: het weer, ondervoeding, ziektes, slavenarbeid en de dodenmarsen aan het einde van de oorlog.
Uiteindelijk keerden er slechts 48 mannen terug naar Nederland na de bevrijding. Het totale aantal slachtoffers van de razzia in Putten was uiteindelijk 552.
Op 9 mei 1992 is de door de Stichting Oktober 44 ingerichte gedachtenisruimte geopend. Deze is sindsdien voor het publiek toegankelijk en houdt de herinnering levend aan deze ramp die Putten zo zwaar heeft getroffen.
Dit verhaal is onderdeel van de canon van Putten. Het volgende venster is hier te vinden.