Rond 1500 schreef een onbekende schrijver het toneelstuk Mariken van Nieumeghen, over een meisje dat in de macht van de duivel raakt. Het verhaal speelt zich af in de jaren 1465-1472.
Mariken is tegenwoordig niet meer weg te denken uit de geschiedenis van Nijmegen. Sinds 1956 staat haar standbeeld op de Grote Markt. Ook zijn twee winkelstraten vernoemd naar de hoofdrolspelers in het verhaal: de Marikenstraat en de Moenenstraat.
Het toneelstuk gaat over Mariken die bij haar oom Ghijsbrecht in een dorp buiten Nijmegen woont. Op een dag stuurt haar oom haar naar de stad om inkopen te doen. In de stad spreekt Moenen haar aan. Mariken gaat met hem mee en verlaat Nijmegen, maar ze weet niet dat Moenen de duivel is. Mariken leidt zeven jaar lang een zondig leven met hem. Dan keert ze terug naar Nijmegen. Daar komt ze tot inkeer en probeert aan de invloed van Moenen te ontkomen. Dit lukt haar met de hulp van haar oom Ghijsbrecht. Om vergeving voor haar zonden te krijgen, moet Mariken daarna nog naar de aartsbisschop van Keulen en de paus in Rome reizen. Daarna gaat ze het klooster in, waar ze twee jaar later overlijdt.