Pianofabriek Rippen

Nederlands enige pianofabriek

Johan J. Rippen, zoon van een Haagse pianohandelaar, was een vooruitstrevende pianobouwer, die steeds nieuwe ideeën over pianobouw ontwikkelde. In 1937 werd in Den Haag begonnen met de bouw van (traditionele) piano's en vleugels.

Vooral na de Tweede Wereldoorlog was er veel vraag naar piano's en groeide de fabriek zo snel dat de productie over vier adressen in Den Haag verspreid was. Omdat ook de vooruitzichten positief waren, werd gezocht naar een vestigingsplaats met meer ruimte; dit werd Ede.

Uitbreiding

In 1951 vestigde de N.V. Rippen Pianofabriek zich in Ede aan de Reehorsterweg. Hier werden de Maestro en andere piano's gebouwd, maar ook vleugels bleven tot 1982 deel uitmaken van het leveringsprogramma. Rippen was zeer succesvol en groeide uit tot een bedrijf met 150 medewerkers. Al snel werd ook de beschikbare ruimte aan de Reehorsterweg te klein en werd er aan de Frankeneng een geheel nieuwe fabriek gebouwd. Met veel feestelijkheden werd op 5 november 1958, door de minister van Economische Zaken Prof.Dr. Jelle Zijlstra, de nieuwe fabriek geopend.

Internationaal succes

In de jaren daarna steeg de productie tot ca. 4500 piano's en 250 vleugels per jaar. Tachtig procent van de productie was bestemd voor de export, waarbij Duitsland, Frankrijk en Zwitserland de belangrijkste afnemers waren. Maar ook in de Verenigde Staten was veel belangstelling voor Rippen piano's. Probleem daarbij waren echter de hoge verpakkings- en transportkosten (per boot). In de jaren '60 kwamen steeds meer kunststoffen op de markt en daarmee ontwikkelde Johan Rippen een geheel nieuwe piano met 'plastic' onderdelen. Samen met de toepassing van een frame uit aluminium buizen werd een instrument ontwikkeld dat slechts 75 kilo woog. Doordat ook het klavier naar beneden kon scharnieren, werd veel ruimte gewonnen en stond niets het transport per vliegtuig meer in de weg.

Teruggang

In de loop van de jaren '70 begon de markt te veranderen. De concurrentie op de wereldmarkt nam toe. Elektronische (goedkopere) modellen verschenen, de vraag naar eenvoudige piano's nam af en nieuwe producenten leverden piano's en vleugels van superieure kwaliteit. Ook vormden de oplopende kostprijzen in Nederland een probleem voor het bedrijf. In Ede werden tot die tijd nog zo'n vijftien (kleine) piano's per dag geproduceerd. Door de sterk tegenvallende resultaten werd de fabriek in Shannon in 1972 van de hand gedaan. De nieuwe eigenaren hebben de Lindner onder andere namen nog enkele jaren geproduceerd.

Faillissement

In maart 1985 kwam Nederlands enige overgebleven pianofabriek in het nieuws, omdat het bedrijf als gevolg van een stagnerende afzet in ernstige financiële problemen verkeerde. Het bedrijf kampte met een schuldenlast van ongeveer 13.9 miljoen gulden. De failliet verklaarde fabriek werd op 29 maart 1985 door een anonieme vennootschap overgenomen. De pianofabriek zal voor de helft met Nederlands en voor de helft met Amerikaans kapitaal worden voortgezet, zodat vrijwel alle honderd personeelsleden aan het werk konden blijven. Rippen kon met hulp van een externe geldschieter nog enige jaren doordraaien, maar in februari 1991 werd het definitieve faillissement uitgesproken en stonden de laatste 90 werknemers op straat.

Deze tekst is een bewerking van het stuk van Henk M. Klaassen, te vinden op de website van het Gemeentearchief Ede (2008).


Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl