‘Ik ging liever mee naar het land’

Greetje Kraaij-van Winkoop over leven, wonen en werken in Putten

Greetje Kraaij-van Winkoop is op 17 maart 1940 op boerderij ‘Grote Roest’ in Putten geboren. Ze heeft vier broers en een zus. Haar oudste broer is in 1953, net na de watersnoodramp, naar Canada geëmigreerd. Haar vader was pachtboer bij het boerenbedrijf ‘Jonker Frits’. Greetje ging naar de basisschool aan de Papiermakerstraat, het huidige de Bron, waar haar kleinkinderen nu ook op zitten. Na één jaar huishoudschool ging Greetje van school af om op de boerderij te helpen. Ze trouwde in 1965 met Steven uit het buurtschap Appel in Nijkerk en in 1967 namen ze de boerderij over. Ze kregen vijf kinderen. Zeven jaar geleden deden ze de boerderij over aan hun zoon Abel.

Bij ons is niets gebeurd

“Mijn ouders waren echte Puttense boeren. Heel veel kinderen bij mij op de lagere school waren door de razzia hun vader kwijt, maar bij ons is niets gebeurd. Onze buurtschap zijn ze vergeten. Ze dachten dat het al Ermelo was. Toen ik eenmaal naar school ging merkte je het. Die had geen vader en die had geen vader. Maar toen jaren is er weinig over gesproken, heel weinig. Ook door mijn ouders. Later hoorden we bij de herdenkingen wel veel over wat er allemaal gebeurd is.
Na de oorlog wilden mijn ouders eerst met het hele gezin naar Canada emigreren. Uiteindelijk wilde mijn moeder toch niet; dus is alleen mijn broer gegaan. Als kind zat ik op gymnastiek. We gingen ook vaak schaatsen bij kasteel Vanenburg en naar het nieuwe zwembad. Ik moest al jong van school af om op de boerderij te helpen. Hoewel ik niet zo paste op de huishoudschool, was ik wel liever samen met mijn vriendinnen naar de mulo gegaan.

Een groot gezin

Ik heb mijn man Steven ontmoet op een bruiloft. Want een nicht van hem trouwde met een neef van mij. Dat is twee keer gebeurd. Mijn man die heeft altijd op paardensport gezeten, vanaf 14 jaar. Er was een uitvoering hier in Putten. Toen heb ik hem weer ontmoet. En toen hebben we een keer wat afgesproken. Steven was bij de Gereformeerde kerk en ik bij de Hervormde. Dat was eerst nog wel een dingetje. Nu lachen we erom maar toen zaten we er ook niet zo mee. We zouden altijd ‘als we in Nijkerk gaan wonen worden we Gereformeerd en als we in Putten gaan wonen Hervormd.
We trouwden in 1965. Mijn man was bij de ruitervereniging en de ruiters kwamen te paard naar ons huwelijk in de kerk. We kregen heel snel een groot gezin. Eerst drie kinderen achter elkaar en toen de tweeling. De jongen van de tweeling heeft later de boerderij overgenomen. De andere kinderen voelden er niets voor maar zijn wel allemaal goed terecht gekomen. Ze hebben allemaal gestudeerd en hebben nu een goede baan.

Helpen op de boerderij

Mijn ouders hadden ongeveer 24 koeien. Daarnaast waren er mestvarkens en kippen. Op het bouwland werden er aardappels, rogge en gerst verbouwd. Mijn zoon Abel heeft nu alleen nog maar koeien. Ik werd jong van school gehaald om op de boerderij te helpen. Mijn zus ging doorleren, mijn broer ging verder leren maar ik moest gewoon thuiskomen. Want dan kon de werkster weg. Niet dat ik het nu zo erg vond. Ik ging ’s morgens direct mee melken en daarna moest je een poosje in huis helpen. Maar ik ging veel liever mee naar het land. Omdat wij aardappels teelden had je een aardappelpootmachine en een aardappelrooimachine. Dat vond ik het mooiste werk. Gewoon mee op de boerderij werken. Nu kunnen meisjes ook naar de landbouwschool maar dat kon toen niet.
Er is wel heel veel veranderd in het boerenleven. Er wordt nu kritisch naar gekeken. Die grote schuren vind ik niks, maar zoals onze zoon boert: dat is oké. Veel veranderingen zijn ook wel goed geweest, bijvoorbeeld dat het ingekuilde gras niet meer zo dichtbij het woongedeelte mocht. Want wij stonken daar vroeger naar! En soms werden we ermee gepest. Je hebt nu natuurlijk overal machines voor. Mijn zoon doet alles met de computer.

Een hechte gemeenschap

Het is fijn dat de mensen elkaar kennen. Je hebt in Putten een fijne kerkelijke gemeenschap. We zijn niet extreem streng. Onze kinderen gaan op één na nog allemaal naar de kerk. En helemaal niet omdat wij ze gedwongen hebben. De één gaat naar de Gereformeerde kerk, één gaat naar de Andreaskerk, ook in Putten. Abel gaat naar de kerk waar wij ook heen gaan, wij gaan naar de grote kerk midden in het dorp. Sofia is in Haarlem heel erg actief in een kerk. Ja, dat stemt ons natuurlijk wel goed, hè. Dat je eigenlijk je kinderen in ieder geval een goed voorbeeld geeft. En verder moeten ze zelf volwassen worden en moeten ze het zelf doen en weten.”

 

Voor Verhaal van Putten vertellen (oud)-inwoners over opgroeien, werken en wonen in Putten. Dit verhaal over Greetje Kraaij-van Winkoop is geschreven door Ammy Langenbach, op basis van een oral history-interview, afgenomen Lian van der Zon op 1 oktober 2018.


  • Putten vertelt

  • Streekgeschiedenis

  • 1900-1950

  • 1950-2000

  • Putten

  • Veluwe

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl