De doop van examenkandidaten

In december 1862 arriveerde dominee Jan van Dijk, na een lange reis vanuit Franeker, met zijn vrouw en kinderen in Doetinchem. Hij was aangesteld als predikant. De dag na zijn aankomst zag hij hoe arbeiders bezig waren met het afgraven van de stadswal en de gracht opvulden met de uitgegraven aarde. Hij zag hierin een mooie kans om iets te bouwen. Besluitvaardig kocht de dominee het stuk grond voor dertig cent per vierkante meter en werd zo de eigenaar. Op 1 december 1879 opende hij hier het jongens-Gymnasium. Voor het gebouw aan de Burgemeester van Nispenstraat werden twee pompen geplaatst. Hier werden leerlingen, na het behalen van hun examen, op traditionele wijze gedoopt.