De Leuvenumse Beek stroomt door het landgoed Leuvenum. Het is de langste laaglandbeek van de Veluwe. De beek start vanuit het Uddelermeer en gaat eerst door een agrarische enclave. Daarna door de uitgestrekte bossen om weer door agrarisch gebied in het Veluwemeer uit te monden.
In de voorlaatste ijstijd (rond 150.000 geleden) schuift een dik pak landijs Nederland binnen. Het ijsfront verbrokkelt in ijstongen. Eén zo’n ijstong schuift zuidoostwaarts en vormt een laagte. Deze laagte kennen we nu als het dal van de Leuvenumse Beek. Het water zakt moeilijk weg door een kleilaag op de bodem van het dal. Een moerassig gebied ontstaat met kronkelende stroompjes. Het water is deels regenwater en komt deels uit de stuwwallen. In latere tijden kanaliseert de beek min of meer. Er ontstaat een hoofdbeek met daarop uitkomende zijbeekjes. Bij langdurige regenval treedt de beek buiten zijn oevers. De beek is lang bevaarbaar geweest voor de afvoer van ijzererts, leem en steen.
Begin achttiende eeuw krijgt de beek een belangrijke functie voor de papiermolens. De aandrijving van het waterrad van deze molens vindt plaats door het stromende water. Hiervoor zijn naast de hoofdbeek op meerdere plaatsen parallelbeken gemaakt. Door een hoogteverschil van zo’n drie meter tussen de beken te creëren, kan het water van de opgeleide beek via een waterrad terugstromen. Waarschijnlijk hebben negen molens langs de beek gestaan.
Bij het landgoed Staverden zie je nog een opgeleide beek en een waterrad. In het Leuvenumse Bos zijn nog resten van de watermolen, de zandmolen te zien in de vorm van een watervalletje. Nu meer een stroomversnelling over een stenen beekbodem.
De beek heeft verschillende namen. Op oude kaarten staat het vaak als Leuvenumse Beek vermeld. Thans spreekt men, met de stroomrichting mee, van de Staverdense Beek, de Leuvenumse Beek en de Hierdense Beek. De beek is ongeveer zeventien kilometer lang. Vanaf het Uddelermeer komt de beek zo’n zevenentwintig meter lager uit bij Hierden.
Intensieve veehouderij bij Elspeet en Uddel zorgt lange tijd voor slechtere waterkwaliteit van de beek. Diverse organisaties zoals Natuurmonumenten werken hard om de waterkwaliteit te verbeteren. Door zandhopen en boomstammen in de beek te leggen raakt de beek uit zijn loop. De beek krijgt hierdoor weer vrij kans door het bos te stromen. In bepaalde bosdelen zoekt de beek nu al slingerend zijn weg richting het Randmeer. Door deze aanpak zijn zeldzame diersoorten zoals de beekprik (vis) en de beeksigaar (insect) weer teruggekeerd. In de monding van de beek komt ook de rivierdonderpad (vis) voor. Door het heldere water en de steile oevers is het voor de ijsvogel een ideale plek om te broeden.
Dit is een venster uit de Canon van Ermelo
Vorige vensterVolgende venster
Bronnen en verder lezen:
Canoncommissie Ermelo, 2022, CC-BY-NC