Het gefortuneerde echtpaar Kröller-Müller kocht aan het begin van de vorige eeuw, in 1909, een groot stuk land op de Veluwe. De familie, die in het westen van het land woonde, bracht hier vakanties door. Dit voormalige landgoed en privéjachtterrein is het huidige 'Nationale Park De Hoge Veluwe'.
Anton Kröller (1862-1941) had in Rotterdam een bedrijf dat uitgroeide tot een multinational. Zijn vrouw, Helene Kröller-Müller (1869-1939), richtte zich op de kunsten, iets waarvoor Anton zich nauwelijks interesseerde. Met hulp van haar adviseur H.P. Bremmer verzamelde zij meer dan elfduizend kunstobjecten. Het echtpaar kocht op de Hoge Veluwe een boerderij in Harskamp waar ze hun vakanties doorbrachten. Later lieten ze door de bekende architect Berlage het Jachtslot St. Hubertus ontwerpen. Zelfs de meubels werden door Berlage bedacht. Het jachtslot is een van de belangrijke bezienswaardigheden in het park.
Speciaal voor de jacht werden in opdracht van Anton Kröller herten en moeflons uitgezet. Er werd een hek om het landgoed geplaatst zodat de dieren niet weg konden lopen. Dit hek geeft de grenzen van het huidige park 'De Hoge Veluwe' aan. Toen het bedrijf van de Kröllers zwaar getroffen werd door de economische recessie, liepen ook het landgoed op de Hoge Veluwe en de kunstcollectie gevaar. Om de verzameling bij elkaar te houden schonk Helene in 1935 haar collectie aan de Nederlandse Staat, onder voorwaarde dat er een passend museum voor zou worden gebouwd. Dat werd in 1938 geopend. Het Kröller-Müller Museum en het Nationale Park de Hoge Veluwe zijn nog steeds twee verschillende organisaties.
Het park is het grootste actief beheerde natuurgebied in particulier bezit in Nederland. Het bestaat uit 5.400 hectare bos, heide, vennen en stuifzand. De heidevelden worden beschermd en in 2001 is nieuw stuifzand gecreëerd om de bezoeker te kunnen laten zien hoe de Veluwe er tweehonderd jaar geleden grotendeels uitzag. Om te voorkomen dat het natuurlijk evenwicht teveel wordt verstoord, mag het 'Gastjagersgezelschap Anton Kröller' in overleg met het park bepaalde dieren afschieten.
Dit verhaal is onderdeel van de canon van Ede. Het volgende venster is hier te vinden.
Verder lezen: