In de negentiende eeuw bestond er geen massatoerisme. Ede was, toeristisch gezien, uitsluitend voor de meer gefortuneerde burgers in trek. Zij kwamen naar Ede voor de prachtige wandelingen in de natuur en de luxe logementen waarin zij konden verpozen.
In 1845 werd de spoorlijn uit Utrecht en Amsterdam doorgetrokken naar Arnhem. Hierdoor werd Ede vanuit het westen van het land goed bereikbaar. Vooral beter gesitueerde mensen gingen op vakantie om van rust en natuur te genieten. Ook de opening van de gemeentelijke landbouwschool in Wageningen in 1873, de inrichting van een herstellingsoord voor onderwijzers in Lunteren in 1900 en de komst van het garnizoen in Ede aan het begin van de twintigste eeuw droegen bij aan de toename van het toerisme.
Om toeristen te lokken werd doelbewust reclame gemaakt. Belangrijk was ook de verschijning in 1902 van de uitgave 'Bennekom's omstreken. Wandelingen.' De auteur was Heinrich Witte, een internationale grootheid op het gebied van bomen, bloemen en planten, die na zijn pensionering in Bennekom was gaan wonen. Ook publiceerde hij over de natuur in Ede in het populaire blad 'Eigen haard'.
Direct gevolg van het opkomend toerisme was een veelheid aan hotels en pensions. Sommige stamden al van voor 1845, zoals Het Hof van Gelderland, gelegen aan de Grotestraat 48 in Ede (sinds 1829). Het pand is nu ingeklemd tussen andere gebouwen. Vroeger had het een 'overtuin' aan de andere kant van de straat en was er een stalhouderij waar rijtuigen werden verhuurd. Een ander voorbeeld is restaurant Buitenzorg, gelegen aan de Amsterdamsestraatweg 19. Dit heeft nog altijd een horecabestemming. Hoewel delen van het gebouw en het koetshuis uit 1842 dateren, werd het pas in 1895 gebruikt als hotel en later als restaurant. Het was vooral populair onder officieren van het garnizoen. De jaren 1923-1938 tonen een enorme stijging in het aantal hotels en pensions met namen als 'Lindezicht' en 'Boschlust'. In advertenties werden soms zaken toegevoegd als: 'Terminus. Prima consumptie - Billijke prijzen' of 'De Driesprong. Stroomend water - Vaste waschtafels'. Vooral in de jaren dertig vormden pensions een extra inkomstenbron voor de inwoners van Ede.
Na de Tweede Wereldoorlog verplaatste het zwaartepunt van het toerisme zich. De Veluwe hoort inmiddels tot de toeristische topgebieden in Nederland. Park De Hoge Veluwe vormt de grootste trekpleister. Campings, pensions en hotels zijn met name geconcentreerd rond de Veluwse dorpen. Binnen de gemeente Ede zijn dat vooral Otterlo, Lunteren en Wekerom.
Dit verhaal is onderdeel van de canon van Ede. Het volgende venster is hier te vinden.
Verder lezen:
Ede
Vrije tijd
1800-1900
Ede
Monumenten
Veluwe