
Mijn oude moeder wilde sterven, en ik kon niet meer leven. De bijl heeft ons bevrijd. De bijl had me al eerder geholpen en kende mij. Ik nam hem mee toen ik me aan ging geven. Toen ze me weg wilden sturen, zei ik: ‘Straf me, ik heb mijn moeder omgebracht.’ Ze lachten. Ze wilden me niet geloven.
Ik ben de dochter van Jan van Bemmel en Maria van Langhen. Mijn vader stierf een natuurlijke dood; mijn moeder zit nu in het vagevuur, verwacht ik. Ze was vierenzeventig en ze heeft veel gebeden.
Vooral voor mij. Zolang ik me kan herinneren.
Ik wilde iets terugdoen na zesenveertig jaar. Daarom heb ik haar geholpen. Al had ze me niets gevraagd, dat durfde ze niet. Maar ik wist wat ze wilde.
Ik kom uit de Gouverneursgas, waar het smal is en donker. Ik hou van de Waal, met de weidse bocht, van wapperende zeilen. Ik zocht het licht op, terwijl ik binnen moest helpen. Moeder strafte, altijd al, vader was niet graag thuis. Hij sjouwde zakken van de schepen. Zijn schaduwbeeld met een zak over de schouder, tegen de muur van een pakhuis, vergeet ik nooit: een bochel die hij op een kar kon gooien. Ik mocht zelfs mee als hij een glas bier dronk op de kade, maar van het zakkendragersgilde kon ik geen lid worden.
Zakkendragers verdelen de last; ze weten hoe ze iets moeten dragen. Alles kunnen ze aan. ‘Alleen je moeder is me te zwaar,’ zei vader – te zwaar op de hand, bedoelde hij. Soms nam hij haar toch op zijn nek; dan lachte ze eindelijk.
Moeder piekerde. Vooral over mij.
Benieuwd hoe het afloopt? Ga naar www.steffievandenoord.nl
Het verhaal van Sofie van Bemmel is gebaseerd op haar crimineel procesdossier, dat bewaard wordt in het Regionaal Archief Nijmegen. Deze tekst is een fragment uit 'De vrouw met de bijl en negen andere moordenaressen' van Steffie van den Oord. ISBN 9789045029795.
Personen
1700-1800
Nijmegen
Rijk van Nijmegen