Floris I van Pallandt

Op 14 september 1566 is de huidige Hervormde Barbarakerk in Culemborg het toneel van een opmerkelijk schouwspel. De Culemborgse graaf Floris I vernielt samen met een aantal stadsgenoten het rijke interieur van de kerk.

Het doopvont slaat men kapot, geen altaar blijft heel. Misgewaden gaan in vlammen op.  Het door de Culemborgse schilder Jan Deijs vervaardigde drieluik wordt volkomen vernield. Midden in de kerk nuttigt de graaf het middagmaal, waarbij hij in miswijn gedrenkte hosties voert aan de papegaai op zijn schouder.

De protestantse Floris is een van de edelen die zich verzet tegen landvoogdes Margaretha van Parma, die de aanhangers van de nieuwe leer hard aanpakt. Hij sluit zich aan bij het Verbond van Edelen en ondertekent ook het Smeekschrift.

Als Floris in 1568 moet verschijnen voor Alva's Bloedraad, vertrekt hij spoorslags naar zijn Duitse gebieden. Zijn geld en goederen worden in beslag genomen. In zijn afwezigheid herstellen de katholieken delen van het kerkinterieur. Van het verloren gegane drieluik wordt een exacte kopie gemaakt.

Pas na de terugkeer van Floris in 1578 wordt de Hervormde Barbarakerk definitief protestants.