Patriotten

De revolutionaire beweging in Gelderland

Stadhouder Willem V had in de achttiende eeuw veel macht. Teveel, aldus de patriotten. In de stedelijke besturen van Gelre, de magistraten, benoemde hij zijn eigen gunstelingen. Volgens de patriotten ging dat tegen de oude privileges in. De soevereiniteit hoorde bij het volk te liggen, bij de ontwikkelde burgerij. Om hun grieven en verlangens kenbaar te maken, bestookten de patriotten bestuurders met rekesten (verzoekschriften) en schreven zij pamfletten.

Het meest geruchtmakend was het anonieme pamflet Aan het volk van Nederland. De schrijver bleek de Gelderse edelman Joan Derk van der Capellen tot den Poll te zijn. Hij eiste inperking van de macht van de stadhouder. Op 11 mei 1786 verboden de Staten van Gelre het indienen van rekesten. Patriotten in Elburg en Hattem gingen daarna over tot opstandige daden. In september werden Staatse troepen ingezet om de stadjes tot de orde te roepen. Een burgeroorlog dreigde. Maar het liep met een sisser af. De patriotten vluchtten naar Overijssel.