Brand in de Berghuizer papierfabriek

Een ramp op 11 november 1841

In 1841 schrijft Hendrikje Brouwer, kindermeid bij werknemers van de Berghuizer papierfabriek, een enthousiaste brief aan haar ouders. Uit de brief blijkt dat de papierfabriek van Lubbertus van Gerrevink heel wat leven in de brouwerij brengt.

De papierfabriek trekt arbeiders uit de wijde omgeving aan. Ook het productieproces is revolutionair. De fabriek produceert grote rollen papier, in plaats van losse, met de hand geschepte vellen, zoals traditioneel in de papiermolens gedaan wordt. Hendrikje schrijft haar ouders vooral om hen te vertellen over het sensationele nieuws van de brand die de fabriek in de nacht van 10 op 11 november 1841 volledig in de as legt. De brand breekt uit de in de bordpapierdrogerij. In korte tijd is er van de fabriek niets meer dan verkoolde resten over. Gelukkig zijn de machines gespaard gebleven en dekt de verzekering de schade. De fabriek wordt weer opgebouwd en Hendrikje kan haar baan houden.

Zie ook De Leeuwarder Courant van die dag.

Gerrit Kouwenhove, Streekarchivaris bij het streekarchief Epe, Hattem en Heerde schreef over deze gebeurtenis onderstaand verhaal.

Brand in de Berghuizer Papierfabriek

“Hendrikje! Hendrikje! Wakker worden! Brand! Brand!” Hendrikje Brouwer was net zo lekker aan het dromen. Morgen zou het 11 november, Sint Maarten, zijn en ze droomde dat ze als klein kind in de Horsthoek bij de papiermolenaars en hun knechten langs de deuren ging om te zingen om wat te snoepen te krijgen. Toen ze klein was woonde ze in die buurt ten zuiden van Heerde. Daar waren zes papiermolens. Haar vader Eimbert was ook papiermakersknecht en haar moeder Anna heette zelfs naar een papiermolen: Van den Dullink. In haar droom kreeg ze veel meer te snoepen dan ze ooit had gehad. Ze propte haar mond vol tot ze bolle wangen had.

Hendrikje Brouwer

“Word nou wakker! Brand!” Ruw wordt Hendrikje uit haar droom gehaald. Het is 1841. Ze is niet klein meer, ze is veertien. Ze woont ook niet meer bij haar ouders thuis. Ze woont nu bij Wapenveld vlak bij de nieuwe papierfabriek. Gerritje Goossen bij wie ze in huis woont staat aan haar bed in paniek te schreeuwen en aan haar schouder te schudden. “Kom er uit! Je moet op de kinderen passen! Ik moet naar de fabriek die staat in brand!” Hendrikje is kindermeid bij Gerrit van den Berg en zijn vrouw Gerritje Goossen die allebei in de papierfabriek werken. De kinderen zijn ook al wakker. Kleine Egbert van twee ziet de paniek bij de grote mensen wel en krijst het uit. Jan van vier huilt met hem mee. Gauw trekt Hendrikje wat aan en slaat dan haar armen om de kinderen en met zijn drieën gaan ze op Hendrikjes strozak zitten. Daar is het nog een beetje warm. Buiten is het niet koud voor november, maar ook beslist niet warm en binnen is het bijna net zo koud als buiten. Gerritje is al lang naar buiten gerend. “Zal ik een verhaal vertellen? Van Sint Maarten?” Het valt niet mee om de kleine ventjes tot rust te brengen. Van buiten komen angstaanjagende geluiden. Geschreeuw van mensen en geknetter van vuur.

Van Gerrevink

Na een poosje komt Maria Draaijer om de hoek kijken met de baby Jan op haar arm en Gerbreg van drie aan de hand. Dat geeft in ieder geval wat afleiding. Maria is net als Hendrikje ook kindermeid bij een gezin waarvan zowel vader als moeder, Roelof Witteveen en Mientje Schut, bij de fabriek werken. Maria is een jaar jonger dan Hendrikje. Allemaal wonen ze in de nieuwe arbeidershuisjes die directeur Van Gerrevink bij zijn eigen woning vlak bij de fabriek aan het kanaal heeft laten bouwen. Met zijn zessen kruipen ze dicht bij elkaar op de strozak. Maria vertelt nu op haar beurt een verhaal. Dat kan ze heel goed. De kleintjes luisteren met rode oortjes, behalve de baby natuurlijk. Die snapt er nog niks van en jengelt nog wat. De fabriek is nog maar twee jaar oud en heel bijzonder en nu staat hij in de brand. Wat zonde toch. Hendrikje heeft er wel eens rondgekeken. Ze kent uit haar kinderjaren natuurlijk de oude papiermolens zoals er zoveel waren. Ze is er immers tussen opgegroeid, maar de papierfabriek hier is nieuw en heel bijzonder. Zulke grote schepraden als hier om de fabriek aan te drijven met water uit het kanaal zijn er nergens. Maar dat komt omdat het kanaal ook veel meer water kan leveren dan de kleine smalle beekjes die van de Veluwe afkomen. Maar het meest bijzondere is de papiermachine in de fabriek. Daarop wordt op grote rollen vele meters papier achter elkaar gemaakt, terwijl in de oude papiermolens velletje papier na velletje papier met de hand moet worden geschept. De fabriek kan wel honderd keer zoveel papier maken als een oude papiermolen.

Afloop van de brand

Hendrikje is er best trots op om mee te werken bij zo’n fabriek, maar hoe moet het als straks alles afbrandt? Ze vraagt Maria om ook even op “haar” kinderen te passen, dan kan ze even buiten kijken. Ze is zo nieuwsgierig. Het brandt nu al zo lang en wat kunnen de mensen doen? In een lange rij emmertjes water uit het kanaal aan elkaar doorgeven en die in het vuur gooien. Daar worden de vlammen niet veel minder van. Maar dan komt er hulp. Uit de richting van Hattem komen veel mannen met twee brandspuiten. Als die zijn opgesteld pompen de mannen uit alle macht met zijn achten per pomp aan de hefbomen. Van elke spuit gaat er nu een straal water het vuur in. Witte damp komt er af en langzaam worden de vlammen minder. Hendrikje gaat terug naar binnen. Dan kan Maria op haar beurt even buiten kijken. Van slapen komt er die nacht bijna niets meer. Pas toen het al weer licht begon te worden hebben Hendrikje en Maria de kleintjes weer in bed gelegd en zijn ze er zelf ook weer ingekropen. De volgende dag gaan ze samen met de kinderen de rokende puinhopen bekijken. Gelukkig valt het nog wat mee met de schade. De belangrijkste machines en de woonhuizen zijn gespaard. Directeur Van Gerrevink zegt dat het best goed zal komen. De fabriek was immers tegen brand verzekerd.

Verantwoording

Alle personen en feiten zijn historisch. De Berghuizer papierfabriek, gesticht 1839 had vanaf middernacht in de nacht van 10 op 11 november 1841 te kampen met een ernstige brand. In die nacht was het bewolkt en een graad of 10. Uit Hattem zijn twee brandspuiten gekomen om te blussen. In Wapenveld was geen spuit. De fabriek was verzekerd tegen brand en draaide het jaar er op al weer volop.


  • Industrie

  • 1800-1900

  • Heerde

  • Veluwe

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl