Grafheuvels

Sporen van vroege bewoners

Het landschap van Gelderland is voor een belangrijk deel gevormd tijdens de voorlaatste ijstijd, zo'n 150.000 jaar geleden. Landijs vanuit het noorden zorgde toen voor het ontstaan van enorme stuwwallen. De grootste stuwwal van Europa is de Veluwe. De vroege bewoners van de Veluwe worden naar de vorm van het aardewerk dat zij maakten aangeduid als leden van de Trechterbekercultuur. Rond 3000 voor Christus begon men met het maken van graven met een signaalfunctie. Dat gebeurde door heuvels op te werpen over het graf heen. In Nederland zijn circa 3000 grafheuvels geregistreerd.

Verreweg de meeste liggen in Gelderland, vooral op de Veluwe. Een groot aantal is sinds de jaren 1960 aangewezen als beschermd rijksmonument. Begin twintigste eeuw zijn veel heuvels bezocht door schatgravers, daardoor zijn de meeste heuvels leeg. Maar dat komt ook door archeologen die vanaf 1910 grafheuvels onderzochten. Sinds 2007 wordt opnieuw structureel onderzoek gedaan naar grafheuvels en het omringende prehistorische landschap. Dat blijkt vaak doelbewust ingericht te zijn.

 

Verder lezen:

  • Romein, Maty. Heengegaan, geschiedenis van de dodenbezorging in de gemeente Ede. (Gemeentearchief Ede, 2012). Historische Cahiers, nr. 18. 136 blz. ISBN 9789079623167.
  • Romein, Maty. Opgedolven Ede. Door archeologen in de bodem ontdekt. (Gemeentearchief Ede, 2007). Historische Cahiers, nr. 8. 108 blz. ISBN 9789080125797.