Een nieuwe bouwstijl

De Renaissance in Gelderland

De introductie van de renaissancestijl in de bouwkunst van de Nederlanden had te maken met Karel V. Hij was van mening dat hij als keizer van het Spaans-Habsburgse rijk niet onder deed voor de Romeinse keizers van weleer. In de bouwkunst vertaalde zich dat in het gebruik van grote beelden, fraaie bordessen, triomfbogen, ramen en gevels met timpanen, klassieke zuilen, brede kragen en ornamenten uit de mythologie.

In veel nieuwe gebouwen uit die jaren ontstond een wisselwerking tussen gotische constructies (slank, licht, hoog) en renaissancistische versieringen. Door toedoen van hertog Karel van Gelre en zijn maarschalk Maarten van Rossum brak deze stijl ook door in Gelre. Typische voorbeelden zijn het Duivelshuis of 'Palazzo Maarten van Rossum' in Arnhem, met een regelmatige renaissancegevel uit 1546-1555 en het Maarten van Rossumhuis, nu Stadskasteel, in Zaltbommel. Beide zijn niet symmetrisch. Een ander voorbeeld is het praalgraf van hertog Karel van Gelre in de Eusebiuskerk in Arnhem.